dinsdag 31 juli 2012

Hoe een Oostenwind Wolk zijn Anjer ontmoette


Er was eens een Wolk. Hij was een Oostenwind Wolk.

Je weet wel, zo een hele mooie wollige. Hij was prachtig wit.

Nu was het een schitterende dinsdagochtend.
Oostenwind Wolk zweefde door de strakblauwe lucht en keek zoals gewoonlijk de tuinen en landerijen die onder hem door schoven.




Opeens zag hij een prachtige witte bloem. Ze was schitterend, haar gewelfde bladeren waren welhaast net zo wollig en wit als hij zelf was. Hij was onmiddellijk verliefd.

“Trouw me met, jij witte schoonheid,” riep hij naar haar.

Juffrouw Anjer, want zo heette de schoonheid waar Wolk zijn oog op had laten vallen, keek omhoog om te zien waar de stem vandaan kwam. Daar zag ze de mooiste Wolk die ze ooit had gezien. Wit en welvend, net als zij.
“Oh Wolk, zou jij echt dat echt willen?” antwoordde  de prachtige bloem.

“Jazeker, schone dame, ik wil,” verzekerde hij haar.
“Maar Wolk, hoe ga ik nu bij je komen?” vroeg zij zich af.
“Mijn schone witte dame, ik zal mijn broer roepen, de Oostenwind. Hij zal je komen halen,” zei hij.

“Ja, oh ja, doe dat alsjeblieft. Want, ik wil…” verzuchtte ze.
En zo kwam het dat de Oostenwind Anjer haar oppakte. Met de zachtste bries die hij in zich had blies hij haar omhoog naar zijn broer Wolk.

Met een glimlach op haar lippen landde de bloem in zijn handen.
“Oh, Wolk!” zei ze.
“Mijn schone witte dame!” antwoordde hij.

Ze gingen helemaal in elkaar op, zo fijn vonden ze het om bij elkaar te zijn. Alsof het altijd al zo was geweest.
En misschien, op zomaar een dinsdag ochtend, zul je AnjerWolk nog eens voorbij zien drijven, door de strakblauwe lucht.

Want ze zijn voor altijd bij elkaar gebleven.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Dank je wel voor het lezen! Ik zou het leuk vinden om te horen wat je vindt. Schrijf je reactie hieronder.